Waarom er geen leven is na de dood

Waarom er geen leven is na de dood: een Stoïcijns opstel


Ik zie de laatste tijd vaak mensen die al voor een deel vertrokken zijn van deze wereld. Soms is dat geestelijk - ze zijn een stuk van hun geheugen kwijt en van hun intellectuele vaardigheden -, soms is het lichamelijk - er ontbreekt een lichaamsdeel of een lichaamsfunctie. Als ik goed naar mezelf kijk, dan behoor ik tot beide categorieën, althans in beperkte mate.

Ik heb me wel eens afgevraagd waar al die stukken van mensen gebleven zijn. Laten we eens van uitgaan dat we na onze dood in de hemel komen. Maar hoe komen we daar dan? Ik neem aan helemaal compleet, met alles d'r op en d'r aan. Dat zou echter betekenen dat die 20% van mijn gehoor die ik nu al kwijt ben, en straks een groter deel, dus ergens moet worden opgeslagen totdat ik dood ben. En van impotente mannen moet de potentie voorlopig even de kast in. Ik weet dat men de wederopstanding in China vroeger zo serieus nam dat eunuchen hun ontbrekend seksueel instrumentarium in een klein doosje meedroegen, zodat de zaak later weer gerepareerd zou kunnen worden. Zo zou het verstand van demente bejaarden ook ergens bewaard moeten worden. Los van de geweldige administratie die zoiets met zich mee zou brengen, lijkt dit allemaal wel erg omslachtig. En hoe ziet een soort voorportaal van de hemel eruit dat bestaat uit alle stukken die we onderweg zijn kwijtgeraakt? Wat doen die losse stukken gevoel, herinnering, potentie, gehoor en reuk daar? Hoe houden geamputeerde borsten, benen en stukken darm zich bezig? Nee, ik kan het me niet voorstellen.

Het lijkt me maar beter om te veronderstellen dat wat weg is ook echt definitief weg is. En waarom ook niet? Voordat we tanden kregen, hadden we ze ook niet en voordat ik de herinnering aan mijn oude lagere school had, heb ik nooit iets gemist. En trouwens, wie heeft er last van dat hij nog niet bestaat? Doet dat pijn? Voelt dat leeg? Dus, als we ervan uitgaan dat stukken van onszelf geheel kunnen wegraken en dan nergens meer zijn, waarom zouden we dan zelf niet geheel zoek kunnen zijn? Dat dit lastig is voor te stellen, is meer een probleem van onze hersenen dan iets anders. Zolang de hersenen werken zien zij een toekomst en het is onmogelijk je een toekomst voor te stellen waarin je niet voorkomt. Dit is een soort existentieel gezichtsbedrog waaraan we niet ontkomen en dat tot allerlei fantasieën over hemel en hel heeft geleid. Maar het blijft gezichtsbedrog.

Zolang ik niet weet waar mijn 20% gehoor en de oude kracht in mijn benen en mijn strakke jongensvel zijn gebleven, ga ik ervan uit dat er ook niet ergens een ruimte is voor verdwenen mensen. Behalve in de herinnering van anderen natuurlijk: daarin leven we verder. Gelukkig hebben we daar verder geen last van.

Comments

  1. Er is niet gezegd dat we fysiek in de hemel/nirwana/hiernamaals moeten aankomen, er zijn nog allerlei andere modaliteiten. Zo wordt in vele godsdiensten gesproken over de begrippen 'ziel' en 'geest'. Ik kan mij voorstellen dat iemand gelooft dat hij/zei metafysisch in de hemel komt, en daar alle verloren gegane competenties, wellicht aangevuld met nieuwe, zoals 'onsterfbaarheid' weer aantreft, net zoals je in een computerspelletje weer nieuwe levens krijgt. En daar de geest van eerder overledenen ook weer aantreft. Bij de hemel is er volgens mij niet zozeer sprake van een fysieke ruimte waar je met zijn allen bent, maar het is meer een afbeelding van de voortzetting van het leven op aarde, dat gevat wordt in aardse, materiële begrippen, terwijl het een metafysisch iets is, en dus is de vraag of het bestaat ook niet relevant.

    ReplyDelete
  2. Dit laatste commentaar neemt mijn verhaal te letterlijk. Ik kom daarop terug.

    ReplyDelete

Post a Comment

Popular posts from this blog

Reflections on Yemeni culture

Hofstede and China: Limitations

Managementwetenschap in Isolement